Romijn

Ons verhaal start bij ROMIJN

Stichting Romijn is opgericht door Saskia Rasenberg, de moeder van Romijn. De stichting is vernoemd naar haar zoontje Romijn die een paar maanden na zijn geboorte is overleden. Het verlies van Romijn had een grote impact op haar. Maar zijn korte leven heeft haar ook geïnspireerd om het in iets positiefs om te zetten: Stichting Romijn.

Saskia is Pedagoog en heeft zich 25 jaar internationaal ingezet om de situatie van kwetsbare kinderen te verbeteren. Zij richtte zich op het verbeteren van onderwijs en kinderbescherming in fragiele staten. Ze heeft in verschillende landen gewerkt zoals Afghanistan, Haïti, Somalië, Bangladesh, India, Nepal, Paraguay, Sierra Leone, Eritrea en Kenia.

 “Ook na het verlies van mijn zoontje ben ik blijven werken op plekken waar kinderen het hard nodig hadden. Zoals in het grootste vluchtelingenkamp ter wereld Dadaab in Kenia, met een half miljoen Somalische vluchtelingen. Het was vooral hartverscheurend als ik weer een pasgeboren baby zag die te vondeling was gelegd. Vele ouders en hun kinderen leefden daar onder erbarmelijke omstandigheden. Maar de overlevingsmechanismes van deze kinderen sterkten me juist om door te gaan met dit werk.

Door de Corona reisbeperkingen kon ik een tijdje niet internationaal werken. Toen ik de tv- documentaire “ Klassen” zag over kansenongelijkheid in Nederland, heb ik het roer omgegooid. Ik zag de schrijnende verhalen van kinderen, die de dupe worden van de steeds groter wordende kloof tussen rijk en arm. Het opende mijn ogen, dat dit gebeurde in mijn eigen stad Amsterdam. Daarom besloot ik me hier in Nederland voor deze kinderen te gaan inzetten en heb de Stichting ROMIJN opgericht.

Ik geloof dat elk kind recht heeft op gelijke kansen. Kinderen écht ‘zien’ en hen positieve ervaringen meegeven, zodat ze hun talenten leren ontdekken en met meer zelfvertrouwen in het leven kunnen staan. Romijn was mijn zoon die het helaas net niet heeft gered. Maar veel kinderen kunnen we wel helpen en een kansrijke start geven in hun leven.”